Les articles 10 et 11 de la Constitution seraient violés s'il était établi que la condamnation d'office, sur la base des dispositions en cause, au paiement des cotisations, majorations de cotisations et intérêts de retard qui n'ont pas été versés, en dépit de leur caractère civil apparent, constitue en réalité une mesure pénale et que ces dispositions s'appliquent également à des faits commis avant l'entrée en vigueur de la loi-programme du 27 décembre 2005.
De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden zijn geschonden wanneer zou vaststaan dat de ambtshalve veroordeling, op grond van de in het geding zijnde bepalingen, tot betaling van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlintresten die niet werden gestort, ondanks het ogenschijnlijk burgerrechtelijk karakter ervan, in werkelijkheid een strafmaatregel is en dat die bepalingen ook van toepassing zijn op feiten die vóór de inwerkingtreding van de programmawet van 27 december 2005 werden begaan.