La Commission a également pris acte de l’intention de maître Oya Aydın, qui défend les intérêts d’Egitim Sen, de porter l’affaire devant la Cour européenne des droits de l’homme, au motif que le Tribunal du travail d’Ankara a souligné que la constitution turque devait être interprétée conformément à la convention européenne des droits de l’homme et que la décision de dissoudre le syndicat enfreindrait les articles 10 (liberté d’expression) et 11 (liberté d’association) de la convention.
De Commissie heeft ook nota genomen van het voornemen van mevrouw Oya Aydın, de advocate die de belangen van Eğitim Sen verdedigt, om de zaak voor te leggen aan het Europees Hof voor de rechten van de mens, op grond van de verklaring van het Arbeidshof in Ankara dat de Turkse grondwet overeenkomstig het Europees verdrag voor de rechten van de mens moet worden geïnterpreteerd en dat een besluit tot ontbinding van de vakvereniging niet in overeenstemming zou zijn met de artikelen 10 (vrijheid van meningsuiting) en 11 (vrijheid van vereniging) van het verdrag.