P
ar un arrêt rendu en formation plénière le 5 février 2016, la première chambre de la Cour a décidé que l’autorité d’un arrêt préjudiciel
par lequel la Cour constitutionnelle dit pour droit qu’une disposition légale viole une disposition constitutionnelle, sans limiter dans le temps les effets de cette déclaration, s’oppose à ce qu’une juridiction de l’ordre judiciaire fasse encore application de cette disposition légale pour des motifs déduits des exigences de la confiance légitime de la société en la loi et de la sécurité juridique
...[+++](Cass., 1e ch. plén., 5 février 2016, C.15.0011.F, Alliance nationale des mutualités chrétiennes c/ Société des transports intercommunaux de Bruxelles).De eerste kamer van het Hof heeft in zijn arrest van 5 februari 2016 in voltallige zitting gewezen beslist dat het gezag van een prejudici
eel arrest waarbij het Grondwettelijk Hof voor recht zegt dat een wetsbepaling een grondwettelijke bepaling schendt, zonder beperking in de tijd van de uitwerking van die verklaring, eraan in de weg staat dat een rechtscollege van de rechterlijke orde die wetsbepaling nog toepast om redenen afgeleid uit de vereisten van het gewettigd vertrouwen van de maatschappij in de wet en uit de rechtszekerheid (Cass., 1e volt. kamer , 5 februari 2016, C.15.0011.F, Landsbond der Christelijke Mutualiteiten t/ Maats
...[+++]chappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel).