Dans l'état actuel du droit, l'abrogation d'une disposition constitutionnelle transitoire devenue sans objet (1) se fait selon la procédure visée à l'article 195 de la Constitution.
In het huidige rechtsbestel gebeurt de opheffing van een grondwettelijke overgangsbepaling die geen voorwerp meer heeft (1) volgens de in artikel 195 van de Grondwet vastgelegde procedure.