2) La présomption de conformité est constituée par le fait que la conformité d'un produit aux normes harmonisées ou nationales est déclarée par un des moyens d'attestation du point VIII. Lorsque le produit n'est pas conforme à une norme, parce que les normes n'existent pas ou parce que le constructeur, par exemple en cas d'innovation, préfère appliquer d'autres critères de construction de son choix, la conformité aux points II et III est déclarée par un moyen d'attestation d'un organisme indépendant.
2. Het vermoeden van overeenstemming wordt gevormd door het feit dat de overeenstemming van een produkt met de geharmoniseerde of nationale normen wordt aangegeven door middel van één der verklaringen van punt VIII. Wanneer het produkt niet voldoet aan een norm, omdat er geen normen bestaan of omdat de constructeur, bijvoorbeeld bij innovatie, liever andere constructiecriteria van eigen keuze toepast, wordt de overeenstemming met de punten II en III aangetoond door middel van een verklaring van een onafhankelijke organisatie.