Le médecin consulté doit constater l'existence de toutes les conditions énumérées au § 1, liées au patient lui-même (degré de conscience), à la demande du patient dans tous ses aspects (demande volontaire, réfléchie, répétée, volonté réitérée), et à l'état de santé du patient (caractère incurable de la maladie dont il souffre, nature inapaisable et insupportable de sa souffrance, pronostic relatif à l'échéance du décès). Ce second médecin a également l'obligation de vérifier l'adéquation des soins et de l'accompagnement à l'état du patient.
De geraadpleegde arts moet vaststellen dat alle in § 1 opgesomde voorwaarden verenigd zijn met betrekking tot de patiënt zelf (graad van bewustzijn), tot het verzoek van de patiënt in al zijn aspecten (vrijwillig, overwogen, herhaald, duurzaam), en tot de gezondheidstoestand van de patiënt (ongeneeslijke ziekte, ondraaglijk lijden dat niet gelenigd kan worden, prognose van overlijden binnen afzienbare tijd).De tweede arts moet ook nagaan of de zorg en de begeleiding aangepast zijn aan de toestand van de patiënt.