2. L'organe ou les organes qui, en raison de leur nature ou de l'espèce animale dont ils proviennent, ou en raison des conditions spécifiques de vie des animaux, ou en raison de leur cours de vie, sont particulièrement prédisposés à contenir une quantité de résidus de contaminants telle que cet organe ou ces organes présentent un danger pour la santé du consommateur».
2. Het orgaan of de organen, die omwille van hun aard of de diersoort waarvan ze zijn bekomen, of omwille van de specifieke levensomstandigheden van de dieren, of omwille van hun levensloop, bijzonder vatbaar zijn om zodanige hoeveelheden residuen van contaminanten te bevatten dat dit orgaan of deze organen een gevaar voor de gezondheid van de verbruiker kunnen inhouden».