(4) afin d'assurer la continuité du soutien agroenvironnemental, il convient que les États membres soient autorisés à prolonger les engagements agroenvironnementaux existants, le temps nécessaire pour permettre la transition vers le nouveau régime, et qu'ils ne concluent de nouveaux contrats agroenvironnementaux que si l'entière compatibilité de ces engagements avec le nouveau cadre de soutien peut être garantie.
(4) Om de continuïteit van de landbouwmilieusteun te garanderen moet de lidstaten worden toegestaan bestaande landbouwmilieuverbintenissen te verlengen met de periode die nodig is om de overgang naar de nieuwe regeling mogelijk te maken, en nieuwe contracten inzake milieumaatregelen in de landbouw te sluiten, indien volledige overeenstemming van de betrokken verbintenissen met de nieuwe steunregeling kan worden gewaarborgd.