Art. 3. Il est considéré que bpost et son client ont une relation d'affaires, au sens de l'article 7, § 1, alinéa premier, 1° de la loi du 11 janvier 1993, lorsqu'ils concluent un contrat ou qu'ils font savoir, via un acte de volonté formel, qu'ils effectueront différentes opérations successives durant un délai défini ou indéfini desquelles naîtront un certain nombre d'engagements continus.
Art. 3. Bpost en een cliënt worden geacht een zakenrelatie te hebben, in de zin van artikel 7, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 11 januari 1993, wanneer zij een contract afsluiten of via een formele wilsuiting te kennen geven dat zij gedurende een bepaalde of onbepaalde termijn verschillende opeenvolgende verrichtingen zullen uitvoeren of waardoor een aantal doorlopende verbintenissen zullen ontstaan.