6. Dans le cadre de tout type de procédure de règlement d'un différend relatif à un investissement, aucune des Parties Contractantes ne fera valoir une demande reconventionnelle ou un droit de compensation ou n'invoquera comme moyen de défense ou comme autre moyen le fait qu'une indemnisation ou toute autre forme de compensation pour tout ou partie des dommages présumés a été octroyée en exécution d'un contrat d'assurance ou de cautionnement; la Partie contractante pourra toutefois exiger qu'on lui fournisse la preuve que la partie qui indemnise consent à ce que l'investisseur fasse valoir son droit à indemnisation.
6. Wanneer een procedure ter beslechting van een investeringsgeschil wordt gevolgd, zal een Overeenkomstsluitende Partij als verweer, als compensatie of als reconventionele vordering dan wel op een andere grond niet kunnen aanvoeren dat ter uitvoering van een verzekeringspolis of waarborg een vergoeding of andere vorm van schadeloosstelling werd uitgekeerd die het geheel of een gedeelte van de vermeende schade dekt. Wel kan de Overeenkomstsluitende Partij vragen dat het bewijs wordt geleverd dat de schadeloosstellende Partij ermee instemt dat de investeerder zijn recht tot het vorderen van schadeloosstelling laat gelden.