2. Lorsque, dans les conditions prévues au paragraphe 1 du présent article, des fonctionnaires de l'autorité requérante sont présents sur le territoire de l'autre État contractant, ils doivent à tout moment être en mesure de fournir la preuve qu'ils ont officiellement qualité pour agir.
2. Wanneer de ambtenaren van de verzoekende administratie zich, onder de in paragraaf 1 van dit artikel bepaalde voorwaarden, op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij bevinden, moeten zij te allen tijde het bewijs kunnen leveren dat zij officieel bevoegd zijn om te handelen.