3. rappelle aux autorités soudanaises leurs obligations nationales et internationales concernant la protection de la liberté de religion et de croyance; réaffirme que la liberté de religion, de conscience ou de conviction est un droit de l'homme universel qui doit être protégé partout et pour tous; condamne fermement toutes les formes de violence et d'intimidation qui limitent le droit d'avoir ou pas une religion ou d'en choisir une librement, y compris le recours aux menaces, à la force physique ou aux sanctions pénales visant à contraindre les croyants ou les non-croyants à abjurer leur religion ou à se convertir;
3. herinnert de Sudanese autoriteiten aan hun nationale en internationale verplichtingen uit hoofde waarvan zij gehouden zijn de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging te beschermen; onderstreept dat de vrijheid van godsdienst en overtuiging een universeel mensenrecht is dat overal en voor iedereen moet worden beschermd; veroordeelt ten zeerste alle vormen geweld en intimidatie die het recht om een religie te hebben of te kiezen belemmeren, inclusief het gebruik van dreigementen, fysiek geweld of strafrechtelijke sancties om gelovigen of ongelovigen te dwingen hun geloof af te zweren of zich te bekeren;