8. affirme que les personnes âgées ne constituent pas une charge pour l'économie et la société, mais au contraire une chance du fait de l'expérience qu'elles ont acquise pendant leur vie et de leurs connaissances; estime qu'il y a lieu d'inciter ces travailleurs de plus de 60 ans, dans le cadre de la solidarité entre les générations, à rester disponibles sur le marché du travail pour transmettre leur savoir et leur expérience aux générations suivantes,
8. benadrukt dat ouderen voor economie en maatschappij geen belasting zijn, maar door hun ervaring, hetgeen ze tijdens hun leven tot stand hebben gebracht en hun kennis juist een aanwinst; stelt voor dat, in het kader van de solidariteit tussen generaties, werknemers van boven de 60 moeten worden geprikkeld om beschikbaar te blijven voor de arbeidsmarkt, ook met het oog op het overdragen van kennis en ervaring aan volgende generaties;