Quant à la faculté, pour les parties au contrat, de demander la révision du loyer tous les trois ans, le législateur a estimé qu'il était nécessaire d'apporter un contrepoids à la durée minimale de neuf années fixée par la loi sur les baux commerciaux (Doc. parl., Chambre, 1947-1948, n° 20, p. 14)
Wat de mogelijkheid betreft, voor de partijen bij de overeenkomst, om driejaarlijks een herziening van de huurprijs te vragen, heeft de wetgever geoordeeld dat moest worden voorzien in een tegenwicht voor de minimumduur van negen jaar die door de Handelshuurwet is vastgesteld (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, p. 14).