Plutôt que de reprendre cette règle à l'article 494 en projet — en lui donnant, par ailleurs, une portée difficile à déterminer puisqu'elle semble contredite par d'autres dispositions — il serait souhaitable, à l'estime du CSJ, de généraliser le régime actuellement applicable devant la cour d'assises, selon lequel une partie civile qui succombe peut, mais ne doit pas nécessairement, être condamnée aux frais.
Volgens de HRJ is het wenselijk dat er een veralgemening komt van het stelsel dat momenteel van toepassing is voor het hof van assisen, waarbij een burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld kan, maar niet noodzakelijk moet worden veroordeeld in de kosten, in plaats van deze regel over te nemen in artikel 494 van het ontwerp, waar hij bovendien een moeilijk te bepalen draagwijdte heeft aangezien hij strijdig lijkt met andere bepalingen.