«
.Il ne serait pas peu paradoxal qu'une réforme entreprise pour réserver aux tribunaux ordinaires la connaissance de l'ensemble du contentieux judiciaire en matière d'impôts directs comme indirects, ait pour résultat qu'à aucun moment du procès, ni en première insta
nce ni en appel, le contribuable ne puisse encore soumettre le litige final dans son ensemble à un véritable juge, ca
pable d'y appliquer toutes les dispositions légales d'ordre public que l
...[+++]'imposition engage » (Conseil d'État, p. 67).
« .zou het overigens niet weinig paradoxaal zijn dat een hervorming die ervoor moet zorgen dat alleen de gewone rechtbanken kennis nemen van alle gerechtelijke geschillen inzake directe en indirecte belastingen, tot gevolg zou hebben dat de belastingplichtige zijn fiscale geschil op geen enkel ogenblik van het proces, noch in eerste aanleg, nog in hoger beroep, in zijn geheel nog aanhangig kan maken bij een echte rechter die op het geschil alle wetsbepalingen van openbare orde die met de aanslag te maken hebben, kan toepassen » (Raad van State, blz. 46-47).