On peut donc conclure que, si la nécessité de mener des politiques favorisant la conciliation est désormais incontestée à l’échelle européenne, l’inadéquation de celles qui sont menées actuellement, conjuguée au déséquilibre constaté dans la mise à profit des possibilités dans ce domaine par les hommes et les femmes, font qu’elles ne contribuent pas encore de manière optimale à la concrétisation des objectifs stratégiques de l’Union.
We mogen dus concluderen dat, hoewel de behoefte aan combineerbaarheidsbeleid nu algemeen erkend wordt op Europees niveau, de ontoereikendheid van dergelijke beleidsmaatregelen in combinatie met de genderkloof wat betreft gebruikmaking van de mogelijkheden, betekent dat combineerbaarheidsmaatregelen momenteel nog geen optimale bijdrage kunnen leveren aan het verwezenlijken van de centrale doelstellingen van het EU-beleid.