En vertu de l'article 16.3.10 du décret du 5 avril 1995, les surveillants disposent, lors de l'exécution d
e leurs missions de contrôle, des droits suivants : « 1° le droit d'accès, visé à l'article 16.3.12; 2° le droit de consultation et copie de données d'affaires, [visé] à l'article 16.3.13; 3° le droit d'enquête d'affaires, y compris le droit d'échantillonnage, de mesurage d'essais et d'analyse, visé à l'article 16.3.14; 4° le droit d'enquête de moyens de transport, visé à l'article 16.3.17; 5° le droit d'assistance, visé à l'article 16.3.18; 6° le droit de procéder à des constatations à l'aide de moyens audiovisuels, [visé] à l'
...[+++]article 16.3.19; 7° le droit d'assistance de la police, visé à l'article 16.3.21 ».Krachtens artikel 16.3.10 van het decreet van 5 april 1995 beschikken de toezichthouders bij de uitvoering van hun toezichtopdrachten over de volgende toezichtrechten : « 1° het recht op toegang, vermeld in artikel 16.3.12; 2° het recht op inzage en kopie van zakelijke gegevens, vermeld in artikel 16.3.13; 3° het recht van onderzoek van zaken, inclusief het monsternemings-, metings-, beproevings- en analyserecht, vermeld in artikel 16.3.14; 4° het recht van onderzoek van transportmiddelen, vermeld in artikel 16.3.17; 5° het recht op ondersteuning, vermeld in artikel 16.3.18;
6° het recht op het doen van vaststellingen door middel va
...[+++]n audiovisuele middelen, vermeld in artikel 16.3.19; 7° het recht op bijstand van de politie, vermeld in artikel 16.3.21 ».