considère que le consentement préalable en connaissance de cause est une exigence essentielle en matière d'accès, avec des incidences potentielles sur le partage des avantages, au titre de la convention et souligne la nécessité de tenir compte de cet élément dans les modalités législatives, administratives et contractuelles appropriées visées à l'article 15 de la convention.
- beschouwt vooraf, op basis van aanmelding, gegeven instemming in het kader van het Verdrag als een belangrijke vereiste voor toegang, met mogelijke implicaties voor de verdeling van de voordelen, en benadrukt dat dit tot uitdrukking moet komen in de wetgevende, administratieve en contractuele regelingen overeenkomstig artikel 15 van het Verdrag.