25. L'article 5 de la Convention demande aux Etats de prendre les mesures nécessaires afin que les actes criminels relevant de la présente Convention, en particulier ceux qui sont conçus ou calculés pour provoquer la terreur dans le public, ne puissent en aucun cas être justifiés en droit interne par des considérations de nature politique, philosophique ou autre, et soient passibles de peines à la mesure de leur gravité.
25. Overeenkomstig artikel 5 moeten de Verdragsluitende Staten de noodzakelijke maatregelen nemen opdat de criminele handelingen die ressorteren onder dit Verdrag, met name die welke ertoe strekken het publiek te terroriseren, krachtens de nationale wet onder geen enkele omstandigheid kunnen worden verantwoord door overwegingen van politieke, filosofische of andere aard en worden gestraft met straffen aangepast aan de ernst ervan.