Aussi longtemps que tous les États membres dont des navires de pêche battent le pavillon, dont les ports accueillent des navires de pêche en mer relevant du champ d'application de la convention, ou dont des établissements assurent la formation de personnel de navires de pêche ne sont pas devenus parties à la convention, chaque État
membre partie à la convention devrait appliquer l'élément de flexibilité prévu par la convention afin d'en garantir la compatibilité juridique avec le droit de l'Union, et notamment les dispositions de la règle 10 du chapitre I de l'annexe à la convention relative aux équivalences, afin d'aligner l'application
...[+++] de la convention sur la directive 2005/36/CE.Zolang niet alle lidstaten die onder hun vlag varende vissersschepen hebben of havens hebben die worden aangedaan door zeevissersschepen die onder het verdrag vallen of opleidingsinstellingen hebben voor het personeel van vissersschepen, partij bij het verdrag zijn, dient elke lidstaat die partij is bij het verdrag d
e in het verdrag vastgelegde flexibiliteit toe te passen om juridische verenigbaarheid met het recht van de Unie te waarborgen, met name het bepaalde in voorschrift 10 van hoofdstuk I van de bijlage bij het verdrag over gelijkwaardige voorzieningen, teneinde de toepassing van het verdrag in overeenstemming te brengen met Rich
...[+++]tlijn 2005/36/EG.