14. est d'avis qu'une juridiction nationale ne devrait pas être liée par une décision rendue par une autorité nationale de concurrence d'un autre État membre, sans préjudice des règles prévoyant la force obligatoire des décisions adoptées par un membre du réseau européen de la concurrence en application des articles 81 ou 82 du traité et en relation avec la même affaire; fait observer que des programmes de formation et d'échange devraient déboucher sur la convergence des décisions, de telle façon que la reconnaissance des décisions d'une autre autorité de la concurrence deviennent la norme;
14. is van mening dat een beschikking van een nationale mededingingsautoriteit van een lidstaat niet bindend moet zijn voor een nationale rechter in een andere lidstaat, onverminderd bepalingen die voorzien in een bindend effect van beschikkingen van een lid van het European Competition Network (ECN) waarbij de artikelen 81 en 82 van het Verdrag op dezelfde kwestie zijn toegepast; merkt op dat scholings- en uitwisselingsprogramma's moeten leiden tot convergentie van beschikkingen, zodat de aanvaarding van beschikkingen van andere nationale mededingingsautoriteiten de norm wordt;