C'est le cas en particulier de l'article 101 alinéa 2 de la proposition de loi qui dispose que « si la personne suspectée ou la personne qui a fait déclaration de personne lésée sont connues, elles seront, le cas échéant, convoquées à toutes les opérations de l'expert ».
Zo in het bijzonder artikel 101, 2e lid van het wetsvoorstel, dat bepaalt : « Wanneer de verdachte of de persoon die een verklaring van benadeelde persoon heeft afgelegd, gekend zijn, worden zij, in voorkomend geval, (...) opgeroepen om alle verrichtingen van de deskundige bij te wonen».