Dans le cas où le coopérant ONG est chef de famille, une allocation de ménage doit être prévue, qui est égale au montant de base mensuel multiplié par le coefficient 0,4 et est attribuée au coopérant ONG dont le conjoint, ou le cohabitant reconnu avec lequel le coopérant vit depuis au moins six mois, est dépourvu d'un revenu professionnel et au coopérant ONG isolé non cohabitant avec des enfants à charge.
In het geval dat de NGO-cooperant gezinshoofd is, dient een gezinstoelage te worden voorzien, welke gelijk is aan het maandelijks basisbedrag vermenigvuldigd met de coëfficiënt 0,4 en wordt toegekend aan de NGO-coöperant waarvan de echtgeno(o)t(e), of de erkende partner waarmee de NGO-coöperant sedert ten minste zes maand samenwoont, geen beroepsinkomen geniet en aan een alleenstaande niet-samenwonende NGO-coöperant met kinderen ten laste.