Chaque Partie contractante peut refuser, en totalité ou en partie, sa coopération ou la soumettre à certaines conditions lorsqu'elle estime que la demande ou la réalisation d'une action de coopération est susceptible de mettre en cause la souveraineté, la sécurité et l'ordre publics, les règles d'organisation ou de fonctionnement de l'autorité judiciaire ou d'autres intérêts essentiels de l'État ou de violer son droit national.
Elke overeenkomstsluitende Partij kan, geheel of gedeeltelijk, zijn samenwerking weigeren of deze samenwerking aan bepaalde voorwaarden onderwerpen wanneer ze meent dat het verzoek om of het uitvoeren van een samenwerkingsactie de soevereiniteit, de openbare veiligheid en orde, de organisatie- of werkingsregels van de gerechtelijke overheid of van andere essentiële belangen van de staat op het spel kan zetten of haar nationale recht kan schenden.