Dans l'ordre juridique belge, l'interdiction des châtiments corporels à l'égard des enfants découle implicitement de l'article 22bis de la Constitution et de l'article 371 du Code civil, inscrit au « titre IX de l'autorité parentale », qui prévoit que « l'enfant et ses père et mère se doivent, à tout âge, mutuellement le respect ».
In de Belgische rechtsorde vloeit het verbod van lijfstraffen ten aanzien van kinderen impliciet voort uit artikel 22bis van de Grondwet, en uit artikel 371 van het Burgerlijk Wetboek, dat er is opgenomen onder « Titel IX — Ouderlijk Gezag » en dat bepaalt dat « Een kind en zijn ouders (...) op elke leeftijd aan elkaar respect verschuldigd [zijn]».