Les dépenses pour le développement rural sont cofinancées par les États membres lesquels, outre les mesures liées à des engagements en matière de bien-être animal allant au-delà du corps règlementaire, peuvent aussi opter, selon leurs priorités nationales, pour des mesures soutenant, par exemple, les investissements des exploitants, la formation, les services de conseil et la participation des agriculteurs à des systèmes de qualité.
De uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling worden medegefinancierd door de lidstaten en naast de specifieke maatregel voor dierenwelzijnsverplichtingen die verder gaan dan de wettelijke basis, kunnen de lidstaten er ook voor kiezen afhankelijk van de nationale prioriteiten maatregelen te nemen ter ondersteuning van bijvoorbeeld investeringen in landbouwbedrijven, opleiding, adviesdiensten en de deelname van veehouders aan kwaliteitsregelingen.