Il ressort du texte et des travaux préparatoires des lois du 24 décembre 1992 et du 2 février 1994 que le législateur a maintenu l'objectif qu'il poursuivait en 1990, à savoir éviter un renvoi systématique devant le tribunal correctionnel des jeunes qui ont commis à l'âge de seize ou dix-sept ans un fait qualifié infraction tout en empêchant une impunité totale de ces jeunes, lorsqu'ils atteignent l'âge de dix-huit ans :
Uit de tekst en de parlementaire voorbereiding van de wetten van 24 december 1992 en van 2 februari 1994 blijkt dat de wetgever het in 1990 door hem nagestreefde doel heeft behouden, namelijk vermijden dat de jongeren die op de leeftijd van zestien of zeventien jaar een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, stelselmatig worden verwezen naar de correctionele rechtbank, waarbij een volledige straffeloosheid van die jongeren wordt voorkomen wanneer zij de leeftijd van 18 jaar bereiken :