- Personnes actives dans le secteur de l'intermédiation en services bancaires et d'investissement Art. 23. Sont censées possé
der la connaissance théorique visée aux articles 12, § 2, et 15, § 3, les personnes qui : 1° soit ont été désignées avant le 1 janvier 2015 comme personne en contact avec le
public auprès d'une entreprise réglementée au sens de l'article 4, 5°, de la loi du 22 mars 2006, ou auprès d'un intermédiaire en services bancaires et en services d'investissement; 2° soit ont été désignées entre le 1 janvier et le 31 oct
...[+++]obre 2015 comme personne en contact avec le public auprès d'une entreprise réglementée au sens de l'article 4, 5°, de la loi du 22 mars 2006, ou auprès d'un intermédiaire en services bancaires et en services d'investissement, et ont réussi un examen individuel, objectif et mesurable, consécutif à une formation spécialisée en crédit, dont le contenu correspond au minimum aux exigences de connaissance théorique énoncées aux articles 12, § 1 , alinéa 1 , 2°, et 15, § 2, alinéa 1 , 2°.- Personen actief in de sector van de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten Art. 23. Worden geacht de theoretische kennis te bezitten bedoeld in de artikelen 12, § 2, en 15, § 3, de personen die : 1° ofwel vóór 1 januari 2015 als persoon in contact met het publiek stonden bij een gereglementeerde onderneming in de zin van artikel 4, 5° van de wet van 22 maart 2006, of bij een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten. 2° ofwel tussen 1 januari 2015 en 31 oktober 2015 als persoon in contact met het publiek stonden bij een gereglementeerde onderneming in de zin van artikel 4, 5° van de wet van 22 maart 2006, of bij een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten en geslaagd zijn voor een objectief en meetbaar individueel examen volg
...[+++]end op een gespecialiseerde opleiding inzake krediet, waarvan de inhoud minimaal beantwoordt aan de in artikel 12, § 1, eerste lid, 2° en 15, § 2, eerste lid, 2° gestelde theoretische kennisvereisten.