Bien que la fortune privée de la famille royale soit suffisamment élevée pour éviter à Albert de Belgique et à son épouse de connaître la précarité et que l'auteur estime dès lors à titre principal (voir amendement nº 4) que l'octroi d'une dotation est superflu, il propose à titre subsidiaire de ramener le montant faramineux de cette dotation de 923 000 euros à 8 093,56 euros, ce qui correspond au montant de base annuel, en septembre 2013, de la garantie de revenus octroyée aux personnes ágées sous statut isolé.
Hoewel het privéfortuin van de koninklijke familie groot genoeg is opdat Albert van België en zijn eega niet meteen honger of dorst zouden moeten lijden en de indiener derhalve in hoofdorde (zie amendement nr. 4) van mening is dat de toekenning van een dotatie overbodig is, stelt hij in ondergeschikte orde voor om deze dotatie te herleiden van het hallucinante bedrag van 923 000 euro tot 8 093,56 euro, hetgeen overeenstemt met het jaarlijkse basisbedrag in september 2013 van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) voor een alleenstaande.