38. reconnaît la valeur notable et le potentiel des instruments d'autorégulation et de corégulation comme les codes de conduite au niveau sectoriel; salue dès lors la volonté de la Commission d'améliorer les instruments existant grâce à un code de déontologie en la matière; s'oppose, cependant, à une approche unique qui ignore les spécificités propres aux différents secteurs et les exigences particulières des entreprises;
38. erkent het grote belang en potentieel van de zelf- en coreguleringsinstrumenten, zoals sectorale gedragscodes; is dan ook ingenomen met het voornemen van de Commissie om de bestaande instrumenten te verbeteren door een specifieke praktijkrichtlijn te ontwikkelen; verzet zich evenwel tegen een „one size fits all”-aanpak, die geen rekening houdt met het specifieke karakter van de afzonderlijke sectoren en de specifieke behoeften van de bedrijven;