Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 170 et 172 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 10 et 11 de la Constitution et, le cas échéant, avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ainsi qu'avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à cette Convention, « dans l'interprétation de la Cour constitutionnell
e selon laquelle la cotisation instaurée par la loi du 30 décembre 1992 [...] est un impôt [...] et si le juge fiscal du Tribunal de première instance est matériellement compétent sur base de l'article 569, [alinéa 1,] 32°, du Code judiciaire
...[+++]pour statuer sur la légalité d'une telle cotisation »,De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en, in voorkomend geval, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens alsook met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, « in de interpretatie van het Grondwettelijk Hof volgens w
elke de bijdrage ingesteld bij de wet van 30 december 1992 [...], een belasting is [...] en indien de belastingrechter van de rechtbank van eerste aanleg op grond van artikel 569, [eerste lid,] 32°, van het Ger
...[+++]echtelijk Wetboek materieel bevoegd is om uitspraak te doen over de wettigheid van een dergelijke bijdrage »,