C’est pourquoi le rapporteur peut dire sans frémir: «Il importe que la branche que constitue la production communautaire de coton demeure prospère, avec des niveaux de production satisfaisants qui permettront de soutenir la viabilité de l’industrie d’égrenage, laquelle garantit 3 200 emplois en Grèce et 920 en Espagne».
En dat is precies waarom de rapporteur zonder een spier te vertrekken het volgende kan zeggen: “Om te zorgen dat de katoenproductie in de Gemeenschap welvarend blijft, is het van vitaal belang dat er toereikende productieniveaus worden gegarandeerd die het mogelijk maken dat de egreneringsindustrie, die in Griekenland aan 3200 mensen werk biedt en in Spanje aan 920, levensvatbaar blijft”.