Le bourgmestre qui apparaîtrait aujourd'hui revêtu du costume prescrit par l'arrêté royal du 23 janvier 1837 (dont il n'existe toujours pas de traduction néerlandaise officielle) provoquerait à coup sûr un certain émoi et se verrait reprocher de ridiculiser la fonction : « Grand costume : Habit-frac en drap bleu de roi, doublé en soie blanche; collet droit; une rangée de neuf boutons en argent (...); broderies en argent (...).
Het zou zeker opschudding veroorzaken, en de betrokkene zou ridiculisering van het ambt worden verweten, indien een burgemeester zou opdagen in de ambtskledij die is voorgeschreven door het koninklijk besluit van 23 januari 1837 (nog steeds niet in een officiële Nederlandstalige versie beschikbaar) : « Grand costume : Habit-frac en drap bleu du roi, doublé en soie blanche; collet droit; une rangée de neuf boutons en argent; broderies en argent.
