A ce propos, il a été précisé par la circulaire du 27 avril 1994 complétant la circulaire du 13 mars 1980 (Moniteur belge du 19 mai 1994) que la répudiation ne peut être reconnue si elle est intervenue au sein d'un couple dont l'un des conjoints possède à la fois la nationalité belge et celle d'un Etat admettant la répudiation, ce conjoint devant être considéré comme Belge.
In dit verband werd in de omzendbrief van 27 april 1994 tot aanvulling van de omzendbrief van 13 maart 1980 (Belgisch Staatsblad van 19 mei 1994) gesteld dat de verstoting niet kan worden erkend wanneer zij heeft plaatsgevonden bij een echtpaar waarvan een van de echtgenoten tegelijk de Belgische nationaliteit heeft en die van een Staat die de verstoting toelaat, aangezien deze echtgenoot als Belg moet worden beschouwd.