Selon l'article 318, paragraphe 4, du Code civil, dans le cas d'un couple hétérosexuel marié le père ne peut contester sa paternité s'il a autorisé l'insémination artificielle, sauf s'il peut prouver que la conception de l'enfant ne découle pas de ce traitement.
Volgens artikel 318, § 4, van het Burgerlijk Wetboek kan in geval van KID binnen een gehuwd heteroseksueel paar, de vader zijn vaderschap niet betwisten indien hij toestemming heeft gegeven voor kunstmatige inseminatie, tenzij hij kan bewijzen dat de verwekking van het kind niet het gevolg kan zijn van die behandeling.