En tant que les moyens reprochent aux dispositions entreprises de prévoir une cotisation pour les années 1995, 1996 et 1998 à 2001, cotisation déjà prévue par des lois antérieures, comme la Cour l'a relevé au B.8, ils doivent être rejetés pour les raisons exposées dans les arrêts de la Cour n 9/99 (B.5.1 à B.5.9) du 28 janvier 1999, 36/99 (B.3.1 à B.3.4) du 17 mars 1999, 97/99 (B.44 à B.46) du 15 septembre 1999, 103/2000 (B.8) du 11 octobre 2000, 159/2001 (B.25) du 19 décembre 2001 et 40/2003 (B.19) du 9 avril 2003.
In zoverre de middelen de bestreden bepalingen verwijten dat zij voorzien in een heffing voor de jaren 1995, 1996 en 1998 tot 2001, die reeds bij vroegere wetten was ingevoerd, zoals het Hof in B.8 heeft opgemerkt, dienen zij te worden verworpen om de redenen die zijn uiteengezet in de arresten van het Hof nrs. 9/99 (B.5.1 tot B.5.9) van 28 januari 1999, 36/99 (B.3.1 tot B.3.4) van 17 maart 1999, 97/99 (B.44 tot B.46) van 15 september 1999, 103/2000 (B.8) van 11 oktober 2000, 159/2001 (B.25) van 19 december 2001 en 40/2003 (B.19) van 9 april 2003.