La réponse de la Cour de justice dans l'affaire C-483/12 en ce qui concerne l'article 16, § 2, de la loi du 10 novembre 2006 peut cependant intervenir dans le contrôle que la Cour constitutionnelle devra, à la lumière de cette réponse, exercer au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, en particulier en ce qui concerne le texte de l'article 16, § 2, alinéa 2, de la loi du 10 novembre 2006 supprimé par l'article 2, 2°, de la loi attaquée du 11 avril 2012.
Niettemin kan het antwoord van het Hof van Justitie in zaak C-483/12 ten aanzien van artikel 16, § 2, van de wet van 10 november 2006, medebepalend zijn voor de toetsing die het Grondwettelijk Hof, in het licht van dat antwoord, zal dienen uit te oefenen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in het bijzonder wat betreft het door artikel 2, 2°, van de bestreden wet van 11 april 2012 geschrapte tekstdeel van artikel 16, § 2, tweede lid, van de wet van 10 november 2006.