« Art. 3. Dans l'article 57bis, § 1, alinéa 1, de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait, inséré par la loi du 13 juin 2006 et partiellement annulé par l'arr
êt n° 49/2008 de la Cour constitutionnelle, l
es mots ' soit, si la personne concernée est soupçonnée d'avoir commis un crime non correctionnalisable, la juridiction compétente en vertu du droit commun, s'il y a lieu'. sont remplacés par l
es mots ' ...[+++]soit, si la personne concernée est soupçonnée d'avoir commis un crime non correctionnalisable, une Cour d'assises composée conformément aux dispositions de l'article 119, alinéa 2, du Code Judiciaire, s'il y a lieu ' ».« Art. 3. In artikel 57bis, § 1, eerste lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als
misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en
het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, ingevoegd bij de wet van 13 juni 2006 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 49/2008 van het Grondwettelijk Hof, worden de woorden ' ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een niet-correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, het gerecht dat krachtens het gemeen recht bevoegd is, als daartoe grond bestaat '
...[+++]vervangen door de woorden ' ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een niet-correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, een hof van assisen dat samengesteld is overeenkomstig de bepalingen van artikel 119, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, als daartoe grond bestaat ' ».