La Cour de Justice sera désormais pleinement compétente pour intervenir dans les domaines de la coopération judiciaire pénale et de la coopération policière avec pour seules exceptions le contrôle de la validité et de la proportionnalité d'opérations policières ainsi que l'exercice des responsabilités qui incombent aux États membres pour le maintien de l'ordre public et la sauvegarde de la sécurité intérieure (article 240ter, renuméroté 276).
Het Hof van Justitie is voortaan bevoegd om op te treden op het vlak van de justitiële samenwerking in strafzaken en op het vlak van de politiële samenwerking, maar niet om de geldigheid en evenredigheid na te gaan van operaties van de politie of de uitoefening van de verantwoordelijkheden van de Lidstaten ten aanzien van de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de binnenlandse veiligheid (artikel 240ter, hernummerd tot 276).