Par ailleurs, après qu'il eut constaté que la Cour s'était déjà prononcée par son arrêt n° 71/2006 du 10 mai 2006 sur l'article 5, § 1, alinéas 1 et 2, i), considéré isolément, le juge a quo a estimé qu'il était tenu de saisir la Cour, estimant que « les dispositions concernées ne sont pas les mêmes » et que « la Cour constitutionnelle s'est prononcée à l'égard de l'article 5, § 1, alinéa 1 et alinéa 2, i), considéré isolément ».
Overigens, nadat hij heeft vastgesteld dat het Hof zich reeds in zijn arrest nr. 71/2006 van 10 mei 2006 heeft uitgesproken over artikel 5, § 1, eerste lid en tweede lid, i), op zichzelf genomen, heeft de verwijzende rechter geoordeeld dat hij ertoe gehouden was een vraag aan het Hof te stellen, daar hij meende dat « de betrokken bepalingen niet dezelfde zijn » en dat « het Grondwettelijk Hof zich heeft uitgesproken ten aanzien van artikel 5, § 1, eerste lid en tweede lid, i), op zichzelf genomen ».