En cas d'évasion d'un condamné de son lieu de détention, l'autorité centrale peut, après avoir consulté la Cour, demander à l'État dans lequel se trouve le condamné, de le lui remettre, en application des accords bilatéraux ou multilatéraux en vigueur, ou demander à la Cour de solliciter la remise de cette personne conformément au chapitre IX du Statut.
Indien een veroordeelde zijn plaats van detentie ontvlucht, kan de centrale autoriteit, na het Hof te hebben geraadpleegd, de Staat waar de veroordeelde zich bevindt, verzoeken om die persoon krachtens de geldende bilaterale of multilaterale overeenkomsten aan hem over te dragen, of het Hof op grond van hoofdstuk IX van het Statuut om de overdracht van die persoon verzoeken.