Art. 10. La période d'incapacité de travail couverte par l'intervention du fonds commence à courir le trente et unième jour de l'incapacité visée à l'article 9 et se termine lorsque cette incapacité prend fin ou au plus tard le trois cent trente-septième jour (inclus).
Art. 10. De periode van arbeidsongeschiktheid die door de tegemoetkoming van het fonds gedekt is, neemt een aanvang op de eenendertigste dag van de in artikel 9 bedoelde ongeschiktheid en eindigt wanneer de ongeschiktheid ophoudt of uiterlijk op de driehonderd zevenendertigste dag (inclusief).