Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 23 octobre 2015 en cause de la SPRL « Algemene Verbouwingswerken LUBO » contre Eli Verhasselt, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 novembre 2015, le T
ribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article III. 26, § 2, du Code de droit économique viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il sanctionne l'entreprise qui fonde une action sur une activité pour laquelle e
...[+++]lle n'est pas inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l'introduction, en déclarant l'action irrecevable, sans possibilité de régularisation en cours d'instance, ce qui semble une sanction exagérément lourde compte tenu du but de la mesure ?Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 oktober 2015 in zake de bvba « Algemene Verbouwingswerken LUBO » tegen Eli Verhasselt, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 november 2015, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel III. 26, § 2, van het Wetboek van Economisch Recht de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samengelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het de onderneming die een vordering baseert op een activiteit waarvoor zij op de datum van de inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, sanctioneert
...[+++]met de niet-ontvankelijkheid van de vordering, zonder mogelijkheid tot regularisatie tijdens het geding, hetgeen een onevenredig zware sanctie lijkt te zijn rekening houdend met het doel van de maatregel ?