Het ging meer bepaald om: - mobiele dek
king voor alle boordradio's van voertuigen op alle berijdbare wegen van het Belgisch grondgebied (vermogen van 3W en antenne op het dak); - dekking in gebouwen ("indoor") voor de draagbare radio's in 208 van de 589 Belgische gemeenten (met name de zones in deze 208 gemeenten die voldeden aan het criterium "dichtbebouwd" van het Nationaal Geografisch Instituut); - outdoordekking op straatniveau voor de draagbare radio's in 208 van de 589 Belgische gemeenten (vooral de zones in deze 208 gemeenten die voldoen aan het criterium "minder dichtbebouwd" van het Nationaal Geografisch Instituut); - indoord
...[+++]ekking voor bepaalde gebouwen zoals gevangenissen, sportstadions, luchthavens, industriegebouwen, enz. Om dit doel te realiseren, werd het radionetwerk oorspronkelijk geplaatst in twee fasen (blok 1 en blok 2) voor een totaal van 435 basisstations (relais-antennes) verspreid over het hele land.