En conséquence, la Commission a décidé de modifier le considérant 63 du règlement provisoire, de ne pas prendre en considération les coûts réels de l’huile de palme brute (HPB), principale matière première achetée et utilisée pour la production du biodiesel, tels qu’ils figurent dans les registres comptables des sociétés concernées et de les remplacer par le prix auquel ces sociétés auraient acheté l’HPB en l’absence de distorsion.
De Commissie heeft daarom besloten om overweging 63 van de voorlopige verordening te herzien en de door de betrokken ondernemingen in hun boeken opgenomen kosten van ruwe palmolie (CPO), de voornaamste grondstof die bij de productie van biodiesel wordt aangeschaft en verwerkt, buiten beschouwing te laten en te vervangen door de inkoopprijs van CPO die de ondernemingen hadden moeten betalen indien er geen sprake was geweest van die vervalsing.