La Commission a également considéré que, même en admettant que l’OTE supporte des coûts supplémentaires en raison du statut particulier de ses salariés, la contribution de l’État ne serait pas nécessairement justifiée, puisque l’OTE pourrait avoir bénéficié ou continuer à bénéficier d’autres avantages neutralisant les handicaps structurels éventuels.
De Commissie was verder ook van mening dat, zelfs indien wordt aanvaard dat de extra kosten voor OTE voortkomen uit de speciale arbeidspositie van haar werknemers, dit niet noodzakelijk een rechtvaardiging voor de bijdrage van de staat betekent, aangezien OTE baat zou kunnen hebben gehad (of dit nog steeds zou kunnen hebben) bij andere voordelen die mogelijke structurele nadelen neutraliseren.