Ce critère formel était déjà en soi le résultat d'un compromis politique: les prescriptions institutionnelles concernant le pouvoir judiciaire deviendraient ainsi obligatoirement bicamérales, «sans que toutefois la définition des compétences matérielles et territoriales des cours et tribunaux ordinaires devienne entièrement bicamérale, ni a fortiori la procédure qui doit être suivie devant les cours et tribunaux ordinaires» ( ).
Dat formele criterium was op zich al het resultaat van een politiek vergelijk: de institutionele voorschriften inzake de rechterlijke macht zouden aldus verplicht bicameraal worden, «zonder dat evenwel de materiële en territoriale bevoegdheidsomschrijving van de gewone hoven en rechtbanken volledig bicameraal zou worden, laat staan de procedure die voor de gewone hoven en rechtbanken moet worden gevolgd» ( ).