— s'agissant de la mise sur pied de « programme[s] de partenariat budgétaire et économique » visant à assurer « une correction effective et durable [du] déficit excessif » des États concernés, le renvoi, par l'article 5, au « droit de l'Union européenne », en ce compris les « procédures de surveillance existantes en vertu du pacte de stabilité et de croissance » impliquant notamment le Conseil et la Commission;
— betreffende het instellen van « budgettair[e] en economisch[e] partnerschapsprogramma['s] » die moeten zorgen voor « een effectieve en duurzame correctie van [het] buitensporige tekort » van de betrokken landen, de verwijzing in artikel 5 naar het « recht van de Europese Unie », inclusief de « bestaande toezichtsprocedures uit hoofde van het stabiliteits- en groeipact » waarbij met name de Commissie en de Raad betrokken zijn;