L'article 1627 du Code judiciaire dispose que quinze jours au plus tard après la vente, l'huissier de justice invite les créanciers saisissants ou opposants à faire parvenir en ses bureaux, dans les quinze jours, la déclaration et la justification de la créance en principal, intérêts et frais, avec la mention, s'il y a lieu, du privilège auquel ils prétendent.
Artikel 1627 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder, uiterlijk 15 dagen na de verkoop, de schuldeisers die beslag of verzet hebben gedaan, verzoekt de aangifte en het bewijs van hun schuldvordering in hoofdsom, interest en kosten binnen 15 dagen op zijn kantoor te doen toekomen, met vermelding, indien daartoe grond bestaat, van het voorrecht waarop zij aanspraak maken.